Schriftelijke vragen ''Vogelwelzijn prominent onderdeel bij beoordelen windturbineplannen''

Schriftelijke vragen ''Vogelwelzijn prominent onderdeel bij beoordelen windturbineplannen''

Aan: de voorzitter van Provinciale Staten

Datum: 16-8-2020

Toelichting

In een artikel van Wynia’s Week op 15 augustus jongstleden (*) wordt geconstateerd dat de aanvrager (Deltawind-Eneco) van windpark Blaakweg te Oude Tonge in haar Aanvraag Omgevingsvergunning van 24 februari 2017 stelt:

“In overleg met de provincie Zuid-Holland is geconcludeerd dat een vergunning op basis van artikel 19 van de Natuurbeschermingswet 1998 niet nodig is.”

Dat is ronduit opmerkelijk, aangezien Goeree-Overflakkee is omgeven door Natura2000-gebieden en volgens kenners er een hoog risico is voor o.a. watervogels en vogelslaapplaatsen. Tevens is er altijd een ‘passende beoordeling’ nodig om te bepalen of in de omgeving van een Natura2000-gebied een windturbinepark gerealiseerd mag worden.

Bij windparken die groter zijn dan 15 MW óf met minimaal tien turbines is een MER (Milieu Effect Rapportage) altijd verplicht en bij windparken tot 15 MW óf met minimaal drie turbines geldt de ‘vergewisplicht’, die bepaalt of het alsnog noodzakelijk is om een MER op te laten stellen.

Op 6 juli 2020 presenteerde Wageningen University & Research (WUR) een nieuw onderzoek, waaruit blijkt dat de gevolgen van extra sterfte op vogelpopulaties onder de huidige normen voor windturbineparken worden onderschat, wat kan leiden tot een significante afname van de vogelpopulaties. 

Hoewel de gevolgen voor vogelpopulaties desastreus kunnen zijn, wordt dit nauwelijks onderzocht, aangezien het verkrijgen van data een langdurig, dus kostbaar proces is en voor gemeenten grote financiële en politieke belangen op het spel staan bij de realisatie van windturbineparken. WUR geeft dan ook aan dat sterftecijfers bij oudere windmolenparken worden genegeerd.

De PVV is om veel redenen tegen de bouw van windturbines en een belangrijke daarvan is het welzijn van vogels dat door windturbines zwaar wordt aangetast. Onze fractie vindt het dan ook onacceptabel dat sterftecijfers worden genegeerd.

Vragen

Ondergetekende stelt aan het College van Gedeputeerde Staten de volgende vragen:

1) Klopt het dat in overleg met de provincie Zuid-Holland is geconcludeerd dat een vergunning op basis van artikel 19 van de Natuurbeschermingswet 1998 niet nodig is? Zo ja, waarom niet en gaat dat mogelijk niet in tegen de richtlijnen die voor windturbines zijn vastgesteld? Graag een gemotiveerd antwoord met zoveel mogelijk details.

2) Klopt het dat bij oudere windparken evaluaties van de cumulatieve impact op vogelpopulaties niet werden uitgevoerd en dus sterftecijfers bij oudere windmolenparken zijn genegeerd? Zo ja, waarom werden deze evaluaties niet uitgevoerd? Graag een gemotiveerd antwoord met zoveel mogelijk details.

3) Deelt u de mening, kijkende naar de bevindingen van WUR, dat onderzoek naar de gevolgen voor de vogelpopulaties een zo belangrijk mogelijke rol moet krijgen in het beoordelen van alle aanvragen inzake de realisatie van nieuwe windturbines en oudere windparken? Zo ja, wilt u zich daar dan hard voor maken en zo nee, waarom niet? 

J. Mooiman (PVV Zuid-Holland)

BRON

(*) https://www.wyniasweek.nl/hoe-de-natuur-geslachtofferd-wordt-voor-het-klimaat/